1 Primaire gegevens
Titelbeschrijving:
Auteur: Jan Siebelink
Titel: Suezkade
Plaats/ jaartal van uitgave: 2008, Amsterdam
Uitgeverij: De bezige bij
Genre: Psychologische roman, liefdesroman
2 Inhoud (samenvatting)
Deel I
Marc Cordesius gaat op de eerste dag van een schooljaar naar zijn nieuwe baan op het gymnasium aan de Laan van Meerdervoort in Den Haag. Hij komt er tegelijkertijd met een meisje van de brugklas aan. Haar spontaniteit valt hem op en hij voelt meteen genegenheid voor het Marokkaanse kind, dat Najoua Azahaf blijkt te heten. Marc zal lessen Frans gaan verzorgen. Hij is niet bevoegd.
Op school ontmoet hij een oud vriendje van hem Stef de Labadie, die ook Frans geeft. Dat is een kontlikker die graag conrector wil worden, omdat er een vacature is vanwege het overlijden van een collega Johan Parre.
Marc Cordesius is nog maar 26 jaar, rijk en hij wil slechts 12 uur lesgeven verdeeld over vijf dagen. Hij ziet het onderwijs als een soort roeping. Hij is een beetje een dandy (goedgeklede jongeman, die een appartement in Parijs heeft) In een korte flashback komen een jeugdtrauma te weten: zijn moeder is op klaarlichte dag ontvoerd (weggereden in een auto en nooit meer teruggekeerd) hij is door zijn oma in een huis aan de Suezkade opgevoed.
Verder is hij zeer erudiet en komt hij tijdens de eerste personeelsvergadering (het plenum) al op voor een college die een baseballpet draagt. Hij gaat dan ook niet met het personeel eten, maar zondert zich af met Wim Egbers, een wat excentrieke leraar , die heel anders is dan de rest van het gymnasiumpersoneel. Hij gaat liever wat snacken met deze Wim. De volgende dag komt Najoua Azahaf zijn klas binnen: ze heeft overplaatsing naar zijn klas aangevraagd waarvan hij mentor is. Ze wordt meteen gekozen tot klassenvertegenwoordigster en mag dan ook het collectegeld ophalen. Zijn eerste les gaat hem best goed af.
Als mentor gaat hij op bezoek bij de Marokkaanse familie van Najoua in de vlakbij gelegen Edisonstraat. Hij maakt daarna een verslag van het bezoek en de rector Rafaël Pilger is daarvan erg gecharmeerd. Zijn oude vriend Stef de Labadie keurt het verslag daarentegen weer af. Deze Stef wil conrector worden en probeert Marcs stem te krijgen. Die zegt hij toe, maar hij wordt ook door een andere collega benaderd voor zijn stem. Niettemin wordt Stef gekozen met slechts twee stemmen. Dat gebeurt door het Bestuur van de school, waarbij de stemming van de docenten wordt genegeerd. Een bestuurslid Fineke Regenboog ziet bovendien wel wat in Marc, die op school een frisse indruk maakt. Ze woont een les van hem bij en maakt hem een compliment daarover. Ook een andere mooie vrouw, docente Esther Biljardt, biedt zich op een presenteerblaadje aan, maar die laat hij min of meer een blauwtje lopen. Zo zijn er heel wat relaties onderling die moeizaam verlopen: docenten die een hekel aan elkaar hebben, de conrector die gewantrouwd wordt.
Wim Egbers vertelt hem over de vorige conrector Johan Parre. Hij heeft fraude gepleegd en daarna zelfmoord gepleegd. Hoe een en ander in zijn werk is gegaan, wordt dan weer later verteld. Wim heeft een huisje in Zuid-Frankrijk . Hij zal daar ooit eens een keer naar toe gaan en dan gewoon verdwenen zijn. Als goede collega vertelt hij dat er flink over Marc geroddeld wordt vanwege zijn omgang met Najoua. Een andere ontboezeming hoort hij van de rector Rafaël die hem onthult dat hij vroeger geen weerstand kon bieden aan een gokverslaving van de fruitautomaat. Hij heeft het er nog steeds moeilijk mee. Marc maakt van de gelegenheid gebruikt om aan Rafaël te vragen of hij een oud en vervallen noodlokaal mag opknappen en dat helemaal naar eigen inzichten mag inrichten. Hij zal zelf de kosten betalen.
Op de Nieuwjaarreceptie ontmoet hij Fineke Regenboog, het bestuurslid dat een oogje op hem heeft en zelf een slecht huwelijk heeft. Ze is erg flirterig tegenover Marc. Weer een andere collega Henk Imanse laat hem een foto zien van een meisje van 16 jaar dat op het Haganum heeft met wie hij een verboden relatie onderhoudt. Zo lijkt ook deze school een rariteitenkabinet, een motief dat vaker in de schoolromans van Siebelink voorkomt. Docenten proberen elkaar vliegen af te vangen en roddelen over elkaar. Als bewijs daarvan vertelt Wim Egbers een verhaal over Johan Parre die de vriendin van Stef de Labadie tijdens een schoolfeestje had versierd, waarna ze uit het leven van de Labadie was verdwenen. Die had later wraak genomen door de gebeurtenissen rondom Parre bekend te maken. Marc Cordesius krijgt toestemming om het noodlokaal op te knappen in de schoolvakantie. Najoua helpt hem daarbij.
Deel II
Na de vakantie zit Najoua ineens in 3 gymnasium (wellicht is er dus een jaar overgeslagen) Marc merkt dat ze ineens een flink stuk magerder geworden is. Ook krijgt hij in de gaten dat ze geld achterhoudt van de schoolcollectes. Ze draagt maar ongeveer de helft af en ook is hij een keer geld kwijt dat hij in zijn lokaal heeft achtergelaten. Het is een heel mooi lokaal geworden met een echt Franse uitstraling. Om de kwaliteit van het onderwijs te typeren beschrijft Marc Cordesius een tentamen literatuur dat hij samen met Stef afneemt. De leerling bakt er niets van, maar Stef geeft de leerling toch een 7. De school heeft binnenkort een eeuwfeest en Rafaël vraagt aan de belezen Marc of hij een novelle wil schrijven. Marc doet dat en schrijft in eerste instantie een verhaal waarvoor de frauderende overleden Parre model lijkt te staan. Dat accepteert Pilger niet. Intussen geeft Najoua toe dat ze aan anorexia lijdt. Ze heeft ook steeds meer conflicten met docenten, maar het lijkt erop alsof die het conflict zoeken vanwege haar relatie met Marc. Overigens is er in die relatie geen sprake van seksueel contact. Wim Egbers vertelt intussen verder over Parre, die het geld van zijn fraude nodig had voor zijn zwakke plek: hij bezocht heel frequent (zelfs overdag tijdens een lesdag ) de Haagse hoeren. Maar hij vertelt tevens dat hij de meisjes die vaak slecht Nederlands spraken bijles gaf. De tweede novelle die Marc Cordesius schrijft , vindt de rector in eerste instantie wel erg goed: daarin is de liefde van een leraar voor een leerling beschreven. Maar de onvrede onder het docentenpersoneel over Marc Cordesius neemt toe: zijn liefde voor de Marokkaanse speelt daarin een rol, maar ook de bijzondere positie die hij inneemt bij de rector en de toestemming voor zijn eigen noodlokaal .
Marc gaat op een avond toch op bezoek bij Fineke Regenboog. Ze had hem opnieuw uitgenodigd. Zijn bedoeling is echt om seks met haar te hebben: het zou dan de eerste keer voor hem zijn, maar als hij er bijna toekomt, komt hij tot bezinning en laat hij haar in vertwijfeling achter. Dat laat haar niet onberoerd en ze neemt in zekere zin wraak. Rafaël heeft het verhaal namelijk aan anderen laten lezen (o.a. aan Fineke) en die vinden het verhaal niet geschikt om als cadeau dienst te doen. Het wordt dan ook niet gedrukt. Dit element komt al eerder in een roman/verhaal van Siebelink voor. De rector heeft hem overigens wel gevraagd om een column te schrijven in het NGL-blad. Hij mag zelf weten waarover hij wil schrijven: er zijn immers genoeg voorvallen in het onderwijs waarover te schrijven valt.
Najoua wordt steeds magerder en Stef de Labadie wil dat ze niet meer naar school komt vanwege het imago van de school en de uitstraling naar andere leerlingen. Marc Cordesius is daar natuurlijk tegen. Hij gaat op een dag net als Parre naar een van de Zuid-Amerikaanse hoertjes: hij betaalt 200 euro om seks te hebben, maar ook nu komt het er niet van.
Uiteindelijk weet Marc Cordesius gedaan te krijgen dat Najoua in een kliniek in Eibergen wordt opgenomen om van haar eetstoornis af te komen. Hij zoekt haar regelmatig op, brengt haar huiswerk en zo. Al die tijd heeft Marc Cordesius contact gehad met de zonderlinge Wim Egbers, die hij ook geld heeft geleend. Wim heeft een steeds zieker wordende hond (Gevallen Engel) die tenslotte moet worden afgemaakt. Dat laat Marc Cordesius doen. Daarna is Wim met de noorderzon vertrokken. Waarschijnlijk is hij dus naar zijn landgoedje in Zuid-Frankrijk.
Het eeuwfeest (in een kasteeltje) wordt ook nog eens opgeluisterd doordat Rafaël de hele tijd met Esther Biljardt danst en zijn vrouw daarmee min of meer voor gek zet. Tijdens het feest maakt docent Gijs Morrenhof een vervelende opmerking tegen MC. Die neemt het niet en slaat hem het ziekenhuis in. het lijkt het einde van zijn carrière op het Descartes, maar hij mag van de rector toch blijven. Niettemin begint zijn positie te wankelen bij het personeel. Alleen Kees Herkenrath, de leraar Duits, steunt hem nog wel.
Deel III
In het noodlokaal komt een poes aangelopen. Marc Cordesius weet niet waar die vandaan komt, maar hij houdt de poes in zijn lokaal. Dat is zeer tegen de zin van Stef de Labadie, voor wie alles volgens de regels moet verlopen. Het volgende incident ligt dan ook op de loer, wanneer Kees Herkenrath en Marc Cordesius tijdens een rapportvergadering een opmerking niet langer van Stef pikken en demonstratief de vergadering verlaten. Stef wordt woedend en Kees krijgt later die dag hartproblemen. De relatie tussen Marc Cordesius en de rector wordt ook steeds minder, zeker wanneer Marc merkt dat de rector ook overdag iets met Esther uitspookt. Hij maakt daar een opmerking over en dat wordt hem niet in dank afgenomen. De wraak blijft niet uit. Op de volgende Nieuwjaarsreceptie brandt Rafaël Marc in het openbaar af vanwege een column die hij voor het NGL-blad wilde schrijven. De rector noemt hem tijdens het plenum een verrader. Toch is het ontslag er nog niet, maar zijn positie wordt op school zo langzamerhand onhoudbaar.
Met Najoua gaat het intussen steeds beter en ze mag uit de kliniek. Ze zou overigens best met de vijfde meekunnen, want ze had haar schoolwerk goed bijgehouden.
Hij bezoekt haar thuis, want ze zou een feestje geven wanneer ze uit de kliniek mocht. Hij is de enige gast en het gaat er toch eindelijk van komen. Ze kleden zich uit, maar Marc kan niet tot de daad komen. Hij kan geen seksueel contact met Najoua hebben. Daarna gaan ze eten maar hij hoort haar spoedig daarop weer kotsen. Ze is dus niet helemaal genezen en hij voelt zich eigenlijk schuldig aan haar ziekte. Hij vlucht dan ook uit haar huis weg, rijdt in een woeste bui naar Duitsland en keert dan meteen weer terug naar school. Daar blijkt zijn noodlokaal verwoest te zijn. Alles is kapot gemaakt: zijn paradijs is een hel geworden en ook de poes die hij Gevallen Engel 2 heeft genoemd wordt uit dat paradijs verdreven. Hij is gedood. Marc Cordesius weet niet wie de schade heeft veroorzaakt.
In het noodlokaal heeft Johan Parre overigens zelfmoord gepleegd en Stef de Labadie had hem daar aangetroffen. Vertwijfeld vraagt Marc zich af wat hij fout gedaan heeft in het leven dat hij zo gestraft moet worden.
Samenvatting van: https://www.scholieren.com/verslag/boekverslag-nederlands-suezkade-door-jan-siebelink-66862
3 De Verdieping
3.1 Compositie en tijdsverloop
De tijd waarin het verhaal zich afspeelt is lastig in te schatten. De tijd waarin het boek zich afspeelt is in het verhaal niet eenduidig. Er gesproken over ‘de euro’. Dit wijst erop dat het verhaal zich afspeelt aan het begin van de 21e eeuw. Verderop in het verhaal wordt er echter gesproken over de Mammoetwet (onderwijsvernieuwing 1986). Dit zou dus betekenen dat het verhaal zich rond 1986 afspeelt. Een heel duidelijke verwijzing naar de tijd waarin het verhaal zich afspeelt wordt niet gemaakt.
De vertelde tijd bedraagt zo’n 6 jaar, af te lezen aan zijn lievelingsleerlinge, die in het begin van het verhaal in de brugklas zit. Aan het eind heeft zij net eindexamen gedaan. Het verhaal bevat ook tijdsprongen. In deel één zit Najoua in de brugklas, in deel twee zit Najoua in de derde klas en in deel drie doet ze eindexamen. Over de jaren hier tussenin wordt niks verteld.
Het verhaal wordt chronologisch verteld, met uitzondering van een aantal flashbacks. Deze flashbacks gaan terug op zijn jonge jaren, op de ontvoering van zijn moeder en zijn jeugd. Het verhaal bevat geen vooruitkijkjes.
De compositie van het boek is ab ovo. Het boek begint namelijk met een soort inleidende gebeurtenis waarin je de twee belangrijkste personages leert kennen: Marc Cordesius en Najoua Azaf.
3.2 Ruimte
Het verhaal speelt zich af in Den Haag. Het grootste gedeelte vindt plaats op het Descartes. Deze plek is erg belangrijk in het verhaal, omdat Marc zich erg laat inspireren door de filosofen die er aan de muur hangen. Ook speelt het verhaal zich af bij Marc thuis in de Suezkade en in een café waar hij veel van zijn tijd doorbrengt met zij collega, Wim Egberts. Minder belangrijke plekken zijn: de woning van een collega, een hoerentent en een restaurant. Later in de roman speelt een gedeelte van het verhaal zich af in de kliniek waar Najoua is opgenomen vanwege haar anorexia. Ik zie geen specifieke relatie tussen de plaats wisseling en de thema’s van het boek. Het thema ‘liefdesrelatie tussen docent en leerlinge’, speelt zich vooral af als Marc en Najoua samen zijn (zowel op school als buiten school). Het thema ‘falende onderwijssysteem’ heeft vooral betrekking tot de school en wellicht ook tot de gesprekken tussen Marc en Rafaël Pilger.
3.3 De wijze van vertellen
Suezkade kent een personale vertelwijze met Marc Cordesius als hij-verteller. Een voorbeeld hiervan is: ‘Marc Cordesius voelde een welzijn en verwachting die hij in lang niet gekend had.’ Door dit vertelperspectief werd ik erg in het verhaal betrokken.
Ook viel het me op dat het hele verhaal in de verleden tijd geschreven is (zie voorbeeld). Het verhaal lijkt dus een herinnering te zijn aan de periode dat Marc Frans docent was op het Descartes.
In de epiloog is er sprake van een alwetende verteller, die de reis van Najoua naar Parijs begeleidt.
Het verhaal heeft een continue vertelwijze. Er zijn geen grote sprongen in tijd van heden naar verleden en er zijn ook geen opvallende perspectiefwisselingen.
Het vertelperspectief in de epiloog is wel anders dan het vertelperspectief in de rest van het verhaal, hierdoor zou je kunnen zeggen dat er sprake is van een discontinue vertelwijze.
3.4 Thema
Het is lastig om één thema te kiezen voor dit verhaal. Het lijkt alsof de auteur veel verschillende thema’s heeft gebruikt in dit verhaal die als het waren door elkaar heen lopen. De twee hoofdthema’s van deze roman zijn: de liefdesrelatie tussen docent en leerling en het falende onderwijssysteem. Vanaf de eerste dag ontwikkeld Marc een speciale band met Najoua, die later uitgroeit tot een relatie op liefdesgebied (niet seksueel). In de roman zie je hoe het schoolbestuur omgaat met deze situatie. Ze tolereren het eigenlijk niet, maar er wordt ook geen echte actie ondernomen.
Ook speelt het falende onderwijs een grote (misschien minder opvallende) rol in het boek. De auteur is er namelijk van overtuigd dat het literatuuronderwijs erg slecht is. Dat laat hij in de roman zien aan de hand van het tentamen Frans dat een leerling bij hem en Stef moest afleggen. Eigenlijk vond Marc het een 3 waard, maar Stef die zelf slechts Frans spreekt, geeft een 7.
3.5 Personages
Marc Cordesius: De 26-jarige Marc Cordesius is de hoofdpersoon van het boek. Hij is zijn moeder op jonge leeftijd kwijtgeraakt en ervaart hierdoor eenzaamheid. Marc is een zorgzaam persoon en wil het beste voor een ander. Hij bekommert zich dan ook over Najoua als het niet goed met haar gaat. Marc is een erg intelligente man die nog weinig deelgenomen heeft aan de maatschappij. Het schoolleven maakt hierdoor ook diepe indruk op hem. Op school is hij een buitenstaander, omdat iedereen zijn relatie met Najoua niet accepteert.
Najoua Azaf: Najoua Azaf is de favoriete leerlinge van Marc Cordesius. Het is een bijzonder intelligent meisje. Haar karakter is speels en getuigt van grote onschuld. Ze is ook erg behulpzaam tegenover Marc en behoorlijk leergierig. Ook krijgt ze nooit genoeg van de verhalen over de Franse literatuur en filosofen. Aan het einde van het boek ontwikkeld ze een eetstoornis (Anorexia) en wordt opgenomen in een kliniek.
Wim Egberts: Wim Egberts is leraar geschiedenis op het Descartes. Het is een eigenzinnig persoon met veel mensenkennis. Hij weigert met de kudde mee te gaan en heeft veel van zijn collega’s gaan liever niet met hem om. Egberts kan het wel goed vinden met Marc Cordesius. Samen gaan ze regelmatig naar een café om bij te kletsen. Egberts heeft een grote droom later naar het zuiden te trekken en na de dood van zijn hond Gevallen Engel doet hij dat ook.
Rafaël Pilger: Rafaël Pilger is de conrector van het Descartes. In het begin van het verhaal is hij erg enthousiast over de komst van Marc. Later in het verhaal wordt zijn machtspositie echter door Marc bedreigd en besluit hij om Marc links te laten liggen.
3.6 Titel, ondertitel en motto
Titelverklaring:
De titel van het boek is: Suezkade. Deze titel verwijst naar de straat waar Marc Cordesius woont, de ‘Suezkade’ in Den Haag. (Hij woont op loopafstand van ‘het Descartes’.)
Ondertitel: n.v.t
Motto:
Het motto van het boek is: ‘Le destin n’a pas de morale.’ – Roger Vailland. De vertaling van hiervan is: ’Het lot heeft geen moraal.’ Het boek ‘Suezkade’ gat over het noodlot en de drang je daaraan te onttrekken.
3.7 Motieven
Een motief dat meerdere malen terugkeerde in het boek was de tram over de Laan van Meerdervoort. Ik heb hierbij echter geen direct verband kunnen leggen met het verhaal. Een tweede motief is een “flashback” aan een zelf gecreëerde herinnering aan zijn moeder die ontvoerd werd. Deze herinnering komt steeds terug als Marc zich het meest eenzaam, verraden of verlaten voelt.
Wat betreft het falende onderwijs moet het motief gezocht worden in de karakters van de bijpersonages, de verschillende overwerkte leraren die totaal niet geschikt zijn voor het onderwijs en hun dagen ongelukkig op het Descartescollege slijten. Een ander motief voor de teloorgang van het onderwijs zijn de literatuurlessen die Marc aan zijn klas geeft, omdat hij vindt dat toch iemand hen nog algemene kennis bij dient te brengen. Wat betreft Najoua staan de prachtig geschreven persoonlijke verslagen over Najoua symbool voor hun relatie, die stukken beter zijn dan de verslagen van de anderen. Verder zijn ook de extra lessen die Najoua krijgt aan te wijzen als motief, al is het motief dan misschien de relatie zelf.
3.8 Schrijfstijl
De schrijfstijl van Jan Siebelink vond ik erg fijn. Ik heb niets opvallends opgemerkt aan de schrijfstijl van Jan Siebelink die hem zou onderscheiden van andere schrijvers. Soms was het verhaal iets te langdradig geschreven, maar over het algemeen was het verhaal prettig te lezen. Ook wisselt Siebelink lange zinnen af met korte zinnen. Verder waren de hoofdstukken vaak erg kort (ongeveer 6 bladzijdes).
3.9 Literaire stroming
Modernisme:
- kritiek op de maatschappij, in dit geval het falende onderwijssysteem.
4 Keuzeopdracht (Schrijf een of meer gedichten bij het boek)
liefde
is mooi
als het mag
niet afgekeurd wordt door
leeftijd
5 Literaire vormen
Het boek behoort tot het hoofdgenre: proza. Het is namelijk een langer stuk tekst met
literaire inhoud. Er wordt een verhaal verteld en het bestaat uit meerdere hoofdstukken.
Extra
Op de kaft van het boek staat een poes. De kaft van het boek kon ik voordat ik het boek ging lezen niet direct linken aan de samenvatting van het verhaal. Aan het einde van het verhaal komt er echter steeds een poes binnenlopen in het noodlokaal van Marc Cordesius. Deze poes noemt hij ‘Gevallen Engel 2’.
Het is opvallend dat zijn vader geen rol speelt in het verhaal.
Het boek behoort tot de lyriek, omdat gevoelens een grote rol spelen in het verhaal. De gevoelens die Marc heeft voor Najoua, voor de school, voor zijn noodlokaal en voor de Franse filosofen staan centraal in het boek.
De compositie van het boek is ab ovo.
Het verhaal is chronologisch opgebouwd en heeft een continue vertelwijze.
Het verhaal bevat gaan proloog, maar wel een epiloog.
Mening
Ik vond het boek Suezkade wel een redelijk boek om te lezen. Ik ben een aantal keer opnieuw begonnen met het lezen van het boek, omdat het verhaal me in eerste instantie niet heel erg aansprak. Het gedeelte van het verhaal dat zich op het Descartes afspeelde en ging over de relatie tussen Marc en Najoua was wel interessant om te lezen. De rest van het verhaal daarentegen vond ik niet echt een goede toevoeging aan het boek, aangezien het vaak ging over het leven van een bepaalde docent. De manier waarop Jan Siebelink het boek heeft geschreven sprak me ook niet heel erg aan. Ook de keuzes die er gemaakt werden in het verhaal waren soms een beetje gek. Een docent die ’s avonds op bezoek gaat bij een leerlinge en bij haar op bed gaat zitten vind ik toch een beetje apart. Wel kreeg ik snel sympathie voor de goede bedoelingen die Marc heeft, ook al keert de rest van de school zich tegen hem.
Bronvermelding:
- https://www.scholieren.com/verslag/boekverslag-nederlands-suezkade-door-jan-siebelink-66862
- https://www.scholieren.com/verslag/boekverslag-nederlands-suezkade-door-jan-siebelink-67792
- https://www.scholieren.com/verslag/boekverslag-nederlands-suezkade-door-jan-siebelink-67769
- https://dbnl.org/tekst/_rev002200901_01/_rev002200901_01_0049.php
Maak jouw eigen website met JouwWeb