1 Primaire gegevens
Auteur: Frederik van Eeden
Titel: De kleine Johannes
Plaats/ jaartal van uitgave: Amsterdam 2009
Uitgeverij: Athenaeum – Polak & Van Gennep
Genre: Sprookje (psychologische roman)
2 Inhoud (samenvatting)
De kleine Johannes, een jongen met veel fantasie, vindt op een avond een bootje vlak bij zijn huis. Hij stapt in het bootje en valt in slaap. Johannes wordt gewekt door een elfje, Windekind, dat hem zo klein als een elfje maakt. Windekind neemt Johannes mee door de natuur en laat hem een prachtige fantasiewereld zien. Windekind vertelt Johannes bijvoorbeeld het verhaal van de jonge Meikever. Als Johannes op een nacht Wistik ontmoet, raakt hij geobsedeerd door kennis. Wistik zegt dat hij afweet van een boekje met alle antwoorden en Johannes is daar erg in geïnteresseerd. Windekind vindt het niet leuk dat Johannes met Wistik omgaat en hij zorgt dat Johannes weer groot wordt.
Als Johannes weer groot is, ontmoet hij Robinetta. Hij wordt verliefd op haar en als hij haar vraagt naar het boek met alle antwoorden, toont zij hem de bijbel. Als Johannes daar niets van wil weten, stuurt Robinetta’s vader hem weg. Johannes vertrekt en komt dan Pluizer tegen. Die laat hem in de stad kennismaken met dokter Cijfer en Hein. Johannes ziet in de stad veel ellende en Pluizer neemt hem mee naar het kerkhof, tot in de graven. Pluizer laat Johannes zelfs diens eigen lichaam in een graf zien. Johannes is nog altijd op zoek naar het boek met de ware kennis, maar hij begint ook terug te verlangen naar zijn eigen vader.
Pluizer en dokter Cijfer nemen Johannes mee naar zijn vader, die op sterven ligt. Als Johannes’ vader is overleden wil Pluizer sectie uitvoeren op het lichaam, maar dat gaat Johannes te ver. Johannes wint van Pluizer en wil dan met Hein mee, maar die staat dat niet toe. Dan keert Windekind terug en Johannes wil weer met hem mee. Maar er verschijnt een man die Johannes verplicht te kiezen tussen Windekind en ‘Het grote licht’ of de mensheid met al zijn ellende en pijn. Johannes kiest voor de mensheid. De laatste zin luidt: ‘Wellicht vertel ik u eenmaal meer van de kleine Johannes, doch op een sprookje zal het dan niet meer gelijken.’
Samenvatting van: Frederik van Eeden: De kleine Johannes - (literatuurlijn.nl)
Uitgebreidere samenvatting: Boekverslag Nederlands De kleine Johannes door Frederik van Eeden (5e klas havo) | Scholieren.com
3 De Verdieping
3.1 Compositie en tijdsverloop
In De kleine Johannes beschrijft Frederik van Eeden de ontwikkeling van Johannes van kind tot volwassene. Het verhaal is een allegorisch sprookje, dat betekent dat abstracte begrippen worden voorgesteld als personen. Dat zie je in de fasen die Johannes in het verhaal doorloopt. Het boek heeft een duidelijke structuur. Het is onderverdeeld in 14 hoofdstukken en in totaal worden er 4 fasen van de jeugd behandeld.
- Het Windekind-stadium = ongerepte, kinderlijke staat/ fantasie
- Het Wistik- stadium = kennisdrang
Wistik zegt een boekje te hebben met het antwoord op alle vragen en omdat Johannes erg nieuwsgierig is, gaat hij met Wistik mee.
(Dit is een extra stadium dat in het boek naar voren komt, maar hoort niet bij de officiële 4 zoals beschreven in de epiloog) - Het Robinetta- stadium = puberteit / ontluikende seksualiteit
Johannes wordt verliefd op haar. - Het Pluizer/ Doker Cijfer stadium = de overgang naar de adolescentie , waarin de drang naar het rationele overheerst.(rationalisme en materialisme)
Pluizer neemt Johannes mee op een tocht door de graven. Johannes maakt kennis met de sterfelijkheid van de mens en zijn eigen sterfelijkheid. - Het ongenoemde stadium = sociale roeping en adolescentie à het kiezen voor de mensheid, is een overwinning van het stadium hiervoor.
De compositie van het verhaal is ab ovo. Gelijk aan het begin van het verhaal wordt de lezer voorgesteld aan Johannes: "Ik zal u iets van de kleine Johannes vertellen. Het heeft veel van een sprookje, mijn verhaal, maar het is toch alles werkelijk zo gebeurd.’’
Het verhaal wordt overwegend chronologisch verteld. Soms wordt dit onderbroken als Johannes bijvoorbeeld terug denkt aan eerdere ervaringen (flashbacks). Er zijn regelmatig sprongen in de tijd en er wordt ook tijdverdichting toegepast: 'Johannes leerde en luisterde, ijverig en geduldig, dagen en maanden lang.'
Het verhaal speelt zich af rond 1900. Er wordt namelijk veel gesproken over industrialisatie, maar er is geen specifieke tijdsaanduiding. De vertelde tijd is ongeveer twee jaar (blijkt uit scene sterfbed vader), ondanks dat het verhaal het opgroeien beschrijft van een kleine jonge tot een jong volwassene. Het verhaal is in de verleden tijd geschreven, aangezien de verteller het verhaal achteraf verteld.
Het verhaal bevat geen proloog, maar wel een epiloog/ nawoord. Hierin staat beschreven dat van Eeden zelf in zijn leven de behoefte had om de balans op te maken. Hij ging dan ook na hoe ver hij gevorderd was op de lange, moeilijke weg van zelfkennis en morele voortreffelijkheid. Hij gaf zijn eigen psychische ontwikkelingen weer in het boek. Het goede en het slecht staan in het sprookje duidelijk tegenover elkaar. ‘’Wistik en de Dood zijn vertegenwoordigers van altijd aanwezige levensvragen; zijn beheersen de mens altijd. Wistik is de personificatie van de drang naar weten, die een einde maakt aan de Windekindperiode en Johannes nieuwsgierig maakt naar Pluizer. De Dood is de uiteindelijke overwinnaar van alle waan. Hij is het die Johannes aanspoort een goed mens te worden.’’
3.2 Ruimte
In het boek is er een duidelijke tegenstelling van ruimten: de natuur tegenover de stad. Het huis waar Johannes woont -met z'n familie en z'n huisdieren: Presto de hond en de kat Simon- ligt dicht bij zee in een duin- en bosrijke omgeving. De tochten met Windekind vinden daar ook plaats. Bij Pluizer en dokter Cijfer in de grote stad voelt Johannes zich ongelukkig. Het stinkt er, de stad is groot, armoedig, druk, ellendig en vol ziektes. Johannes ervaart het als een plaats waar geen mens gelukkig kan worden. Er wordt een duidelijke scheiding gemaakt in het verhaal tussen de dierenwereld en de mensenwereld. Aan het einde van het verhaal moet Johannes kiezen tussen de twee. Dit is dan ook een belangrijke functie van de ruimtewisseling.
3.3 De wijze van vertellen
Er is een alwetende auctoriale verteller, die zich meteen al in de eerste zin van het verhaal presenteert: "Ik zal u iets van de kleine Johannes vertellen. Het heeft veel van een sprookje, mijn verhaal, maar het is toch alles werkelijk zo gebeurd. " Ook in het verloop van het verhaal blijft de verteller zich rechtstreeks tot de lezer richten. De verteller weet meer dan Johannes.
De lezer wordt nauwkeurig op de hoogte gebracht van Johannes gevoelens en gedachten. De andere personages leren we kennen door de ogen van Johannes, die wel hun woorden en daden verneemt en waarneemt, maar die omtrent hun gevoelens en diepere beweegredenen in het duister tast.
3.4 Thema
- Coming of age:
In het verhaal staat de ontwikkeling van het kind tot volwassene en de worsteling met het levensraadsel centraal. Deze geestelijke ontwikkeling wordt op symbolische wijze geïllustreerd. Johannes wordt voortdurend beziggehouden met levensvragen. Het antwoord hierop lijdt tot de essentie van het leven, maar ook tot de dood. Uiteindelijk wil hij niet meer zoeken, maar gaat een leven leiden in dienst van de mensheid.
- Verlangen naar het onbereikbare: Johannes wil net zo gelukkig zijn in de mensenwereld als hij dat is in de pratende dierenwereld.
- Vluchten uit de realiteit: Johannes vindt de mensenwereld maar niks. Hij wordt pas gelukkig als hij ronddwaalt in de pratende dierenwereld. --> kenmerk romantiek
Later niet meer vluchten uit realiteit, maar proberen de realiteit te begrijpen en misschien zelfs te verbeteren. Om realiteit te begrijpen wordt een beroep gedaan op de wetenschap. --> naturalisme. e
- Reizen: Johannes reist door de dierenwereld.
3.5 Personages
Johannes (hoofdpersoon): Johannes is een kleine jongen met een grote fantasie en grote liefde voor de natuur, planten en dieren. Hij vraagt en zoekt naar de waarheid en vraagt zich af ‘waarom de wereld is zoals zij is’. Hij groeit in het verhaal op van kind tot jong volwassene. Door het verhaal heen ontmoet hij verschillende allegorische bijfiguren die allemaal een tijdelijke of blijvende invloed op hem uitoefenen. Het karakter van Johannes is gebaseerd op van Eden zelf.
--> doel: Wordt geconfronteerd met personages die een bepaalde levensfase/ levenshouding symboliseren.
--> ontwikkeling: In het begin van het verhaal leeft hij gelukkig met zijn vader, zijn hond en zijn poes. Hij woont in een groot huis, waar hij heerlijk kan spelen. Hij heeft een rijke fantasie en is erg nieuwsgierig. Johannes speelt ook graag in de natuur en hij interesseert zich voor alle dieren. In de loop van de tijd leert hij ook de minder leuke kanten van de mens en zijn leven kennen. De karakters symboliseren ontwikkelingsfasen van een mens. De ontwikkelingsfasen van de kleine Johannes worden verbeeld door personages die de natuur, de liefde, het geluk, de kennis, het spirituele en de vluchtigheid van het leven vertegenwoordigen.
Windekind: Windekind, de "Zonnezoon", een gevoelig elfachtig wezen, wijdt Johannes in in de wonderen van de natuur, maar vervreemdt Johannes ook van de mensen, die hij laat zien als lompe, domme, heerszuchtige en onverdraagzame wezens.
--> doel: Vertegenwoordigd jeugdige/ kinderlijke fantasie en onbekommerd verlangen naar schoonheid.
--> Windekind vertelt Johannes het verhaal van de jonge meikever; op de kaft van het boek staat een kever afgebeeld met een jongetje die kleiner is dan de kever. Wellicht symboliseert dit de kijk van de dierenwereld op de mensenwereld. Dat mensen ondergeschikt zijn aan de dieren.
Wistik: Wistik is een wijze, onaangename, praatgrage kabouter. Hij zet de naar waarheid zoekende Johannes op het verkeerde spoor door hem te laten zoeken naar het ‘’ware boekje’’: een tot mislukken gedoemde onderneming. Wistik verjaagt Windekind uit Johannes' leven en is tegelijkertijd de wegbereider voor de cynische onderzoeker Pluizer.
--> doel: Symboliseert de dorst naar kennis en weetdrang.
Robinetta: Het meisje met het roodborstje dat Johannes ontmoet. Hij denkt dat Robinetta de menselijke versie van Windekind is. Robinetta is de eerste liefde van Johannes, maar haar vader verbiedt hun relatie, omdat Johannes een uitspraak doet over God.
--> doel: vertegenwoordigt ontluikende jeugdliefde/ romantiek.
Pluizer en dokter Cijfer: Pluizer (vleermuis) en zijn leerling dokter Cijfer zijn beide personificaties. Cijfer staat voor de materialistische wetenschap. Pluizer ontkent het bestaan van alles wat bovenmenselijk is, heeft minachting voor gevoelens en vindt het leven zinloos. Pluizer leert Johannes alles van de zin van het bestaan en de dood. Pluizer brengt Johannes in contact met Hein.
--> doel pluizer: Symboliseert het materialisme.
--> doel dokter cijfer: Johannes komt bij hem om te leren en werken.
Hein: Hein staat symbool voor de dood. Aanvankelijk vervult de Dood Johannes slechts met angst; maar na de dood van zijn vader wil hij juist dat Hein hem mee neemt, want alleen de Dood kan hem bij Windekind terugbrengen en hem het boekje doen vinden. Uiteindelijk neemt Johannes de woorden van de dood ter harte: hij wil een goed mens worden door de mensen lief te hebben.
--> doel: personificatie van de dood.
Niet met name genoemde menselijke gestalte: Dit is een verwijzing naar God/Jezus.
--> doel: personificatie van de liefde
3.6 Titel, ondertitel en motto
De titel ‘De kleine Johannes’ slaat op de hoofdpersoon Johannes. Hij is nog maar een jong jongetje.
Het boek heeft geen ondertitel en ook geen motto. Wel bevat het boek een ‘opdracht’: ‘Aan mijn vrouw’.
3.7 Motieven
- Verlangen naar geluk:
Gedurende het hele verhaal is Johannes op zoek naar geluk. Hij is niet gelukkig als mens, maar ook niet als dier/elf. Aan het einde van het verhaal moet hij kiezen tussen de mensenwereld of de dierenwereld/ fantasiewereld. Dit besluit zal zijn geluk beïnvloeden. Hij kiest voor de mensenwereld.
- De levensfasen van een mens:
In het boek staan de verschillende levensfases centraal: kindertijd (alles is mooi en zorgen bestaan niet), pubertijd (Johannes wordt verliefd op Robinetta), volwassenheid en de dood (Johannes vader overlijd en hij leert wat de dood inhoudt.).
3.8 Schrijfstijl
Het taalgebruik is erg gedateerd, maar prima te begrijpen. Er is een combinatie van zeer eenvoudige zinnen en langere samengestelde zinnen. Dit leest prettig. Verder wordt er veel gebruik gemaakt van beeldspraak en bloemrijke taal.
‘Onder grauwe wolken door straalde een heldere glimlach van de zon over het woud, op de vochtige glanzende bladeren en op de droppels, die aan elk twijgje en halmpje fonkelden en de spinnewebben sierden, die over het eikeloof gespannen waren.’
Elke gebeurtenis wordt tot in de kleinste details beschreven, met een grote hoeveelheid bijvoeglijke naamwoorden. Ook bevat het verhaal veel dialogen.
Onderstaande quote illustreert de schrijfstijl:
''Praatjes! Praatjes van Windekind!' zeide Pluizer. 'Hersenschimmen en droomerijen! Er zijn alleen menschen, en ik-zelf. Dacht je, dat een God of iets van dien aard er vermaak in zou hebben, zoo'n rommen te regeeren als het hier op aarde is? En zoo'n groot licht zou er niet zoovelen hier in 't donker laten.''
3.9 Schrijver en plaats in de literatuurgeschiedenis
Frederik van Eeden van een romanticus. Hij is werkzaam geweest als arts en als psychiater. --> Boekverslag De kleine Johannes - Nederlands - 6e klas - VWO - StudeerSnel
Hoewel van Eeden schreef voor ‘De Nieuwe Gids’, weken zijn ideeën af van die van de Tachtigers. Zij schreven stukken met het idee ‘l’art pour l’art’ (= de kunst om de kunst) en het ging hun meer om de vorm dan om de inhoud. Het was Van Eeden juist meer te doen om de inhoud dan om de vorm. Dit leidde uiteindelijk tot een breuk tussen Van Eeden en de andere Tachtigers.
19e eeuw:
- Als reactie op de verlichting in de romantische periode was er sprake van ‘Sehnsucht’, dat is het romantische verlangen naar onbereikbare geluk. Johannes is in het verhaal ook opzoek naar geluk.
- ‘De kleine Johannes’ is een klassieke roman. De intrige heeft een duidelijk begin, verloop en afsluiting. Het is zorgvuldig opgebouwd en de onderdelen hangen met elkaar samen.
Bijbelse verhaal van Johannes. Johannes in de Bijbel is een doper, hij verricht wonderlijke daden.
De kleine Johannes hoort bij de stroming van de romantiek. De moderniteit wordt ontvlucht in de natuur en de kernmerken van de romantiek komen sterk naar voren in het verhaal, zoals de natuur, het verleden, een verheerlijkte jeugd, het sprookjesachtige, de droom, het wonderbaarlijke, het fantastische en het griezelige.
De literatuur van de 19e eeuw is te beschouwen als een reactie op de moderniteit. De literatuur kende twee verschillende reactie vormen: de romantische literatuur en de realistische literatuur.
- Romantische literatuur/Romantiek: Afwijzend of kritisch tegenover (aspecten van) de moderniteit. De eigen tijd werd ontvlucht in bijvoorbeeld de natuur of het verleden werd verheerlijkt.
- Realistische literatuur/Realisme: Moderniteit werd aanvaard en omarmd. In de kunst werd dat weergegeven door het grootstedelijk amusement en stadscènes werden geschilderd. Het neutraal of positiever tegenover de realiteit staan, wordt realisme genoemd.
Kenmerk van de moderniteit is de rationalisering, die een belangrijke rol speelt bij het succes van natuurwetenschappen en de technologische vooruitgang. Kenmerkend voor deze rationalisering is de nadruk op de ratio, het verstand, het zoeken naar algemene wetmatigheden en het belang dat wordt gehecht aan objectieve feiten. De romantiek is een reactie op dit rationalistische en natuurwetenschappelijke wereldbeeld zoals dat in de 19e eeuw vorm kreeg.
Romantiek:
- Tekst is een zo spontaan mogelijke expressie van een subject.- Lyrische teksten waarin het gevoel en emotie centraal staan. Lyrisch-ik in gedichten.
- Een romanticus ervaart de werkelijkheid liever als geheimzinnig en bijzonder. Ze stellen dater meer is dan de werkelijkheid. Romantici beschouwen de dichterlijke verbeelding als middelom aan de als onbevredigend ervaren alledaagse werkelijkheid te ontsnappen.
- Voorbeelden: Natuur, verleden, verheerlijkte jeugd, het sprookjesachtige, de droom, het wonderbaarlijke, het fantastische of het griezelige.
- Personages in romantische literatuur worden vaak gekweld door een groot onvervulbaar verlangen of het zijn dromers, wereldverbeteraars of idealisten.
De gerichtheid op het verleden en de historische roman, de humor, het werk van Multatuli en vooral deindividualistische poëzie van de Beweging van Tachtig zijn kenmerkend voor de Nederlandstalige romantiek in de 19e eeuw.
Het verhaal past ook in het naturalisme. Het boek heeft een psychologische diepgang en gaat over de invloeden van het milieu en de omgeving op de mens.
Het voornaamste principe waar Van Eeden zich niet aan hield was het principe van de waarneembare werkelijkheid die leidde tot realisme en naturalisme.
3.10 Belangrijkste open plek in het verhaal
Het verhaal bevat geen open plek. Je blijft niet met vragen zitten en het verhaal het een gesloten einde.
4 Keuzeopdracht
(Interview iemand die dit boek ook heeft gelezen)
Wat vond je van het boek in het algemeen?
‘’Ik vond het een interessant verhaal, omdat op een hele bijzondere manier de ontwikkeling van een kind beschreven werd. Dat is volgens mij de belangrijkste positieve werking die naar voren toekomt.’’
Welke passage in boek sprak je het meeste aan?
‘’De passage die mij het meest aanspreekt is het gedeelte waarin Johannes samen met Pluizer en dokter Cijfer bij zijn doodzieke vader op bezoek gaat. Zijn vader sterft dan en hij komt daarop tot inkeer, en kiest voor de mensen.’’
Wat vind je van het thema van het boek?
‘’Ik vind dat het thema best wel bijzonder is, omdat de ontwikkeling van een kind op zo’n speciale manier wordt beschreven. Eerst leek het een sprookje, maar als je dan verder leest, dan ga je wat verder achter de tekst kijken en wordt het verhaal steeds realistischer.’’
Welke personificatie in het boek sprak je het meeste aan?
‘’Wistik symboliseert de kennisdrang en dit is in het boek erg goed weergegeven. De manier waarop de onaangename, praatgrage kabouter Johannes op het verkeerde spoor zet, laat zien dat je in het leven nu eenmaal niet alles kan weten en dat je ook niet alles moet willen weten.’’
5 Literaire vormen
Het boek behoort tot het hoofdgenre: proza
Mening/ beleving
Voor een verhaal dat gepubliceerd is in 1887 is het best prima om te lezen. Het behoort niet tot mijn favoriete boeken, maar de symboliek die in het verhaal zat was erg interessant. Waar het verhaal in eerste instantie op een doorsnee sprookje leek, merkte je al snel dat er een diepere betekenis zit achter elk personage. Het verhaal bevat mooie omschrijvingen van de natuur, waaruit van Eedens liefde voor de natuur blijkt. Deze beschrijvingen waren vaak echter zo gedetailleerd, dat het soms lastig was om de verhaallijn te volgen. Dit belemmerde dan ook het leesplezier.
Bronnen
De kleine Johannes door Frederik van Eeden (Zeker Weten Goed boekverslag) | Scholieren.com
Frederik van Eeden: De kleine Johannes - (literatuurlijn.nl)
Frederik van Eeden | Literatuurgeschiedenis
Boekverslag Nederlands De kleine Johannes door Frederik van Eeden (5e klas havo) | Scholieren.com
Boekverslag De kleine Johannes - Nederlands - 6e klas - VWO - StudeerSnel !!!
Maak jouw eigen website met JouwWeb