1 Primaire gegevens
Auteur:                                        Gerard Reve
Titel:                                            De vierde man
Plaats/ jaartal van uitgave:     1981, Amsterdam
Uitgeverij:                                   Elsevier Manteau
Genre:                                         Psychologische roman / liefdesroman / thriller

2 Inhoud (samenvatting)

De hoofdpersoon (Gerard Reve) is in gesprek met Ronald, een vriend van hem. Gerard laat vallen dat hij een verhaal te vertellen heeft, en begint dit te vertellen nadat Ronald erom vraagt.

Het verhaal vangt aan in mei 196* (het exacte jaartal is gecensureerd) wanneer Gerard op een vrijdagmiddag van de grote stad A. naar de Zuid-Nederlandse havenstad V. gaat, om daar een lezing te geven.  Deze lezing verloopt met weinig bijzonderheden, behalve dat hij hier Christine ontmoet. Zij is de penningmeesteres van het literaire gezelschap waar de lezing plaatsvindt. Er lijkt sprake van wederzijdse fascinatie en aangezien Gerard geen slaapplaats heeft en het te laat is om met het openbaar vervoer huiswaarts te keren, nodigt Christine hem bij haar thuis uit.

Het is Gerard in eerste instantie niet helemaal duidelijk wat de achterliggende bedoelingen van Christine zijn. Hij is zelf meer geïnteresseerd in mannen, maar zodra hij het grote huis ziet van Christine ziet hij mogelijkheden. Het idee dat ze rijk is, windt hem op en wellicht kan zij hem financieel gezien wel onderhouden. Ze gaan met elkaar naar bed en in de slaap die daarop volgt, heeft Gerard een vreemde droom. In deze droom richt een oude man een sleutel als een pistool op Gerard, waarna hij met deze sleutel een deur open maakt. De oude man jaagt hem angst aan, terwijl hij eigenlijk niks angstaanjagends doet: hij knipoogt zelfs en zingt een kinderrijmpje.

De volgende dag blijft Gerard nog een tijdje bij Christine, die ook zijn haar knipt. In het huis vindt hij een brief, van ene Herman. Deze brief lijkt Christines man of vriend te zijn, want hij sluit zijn brief af met 'je liefste Herman'. Bij de brief zit een foto en Gerard is direct verliefd op Herman. Hij wil hem een keer ontmoeten en zegt daarom tegen Christine dat hij haar nog eens wil zien. Christine vraagt hem of hij op het huis wil passen als zij het weekend daarna Herman gaat bezoeken in Düsseldorf. Gerard gaat in op dit verzoek en dus is hij het weekend daarop weer onderweg naar het huis van Christine.

Christine zou het huis eigenlijk al hebben verlaten, maar heeft besloten een dag later naar Düsseldorf te vertrekken. Ze brengen samen de avond door en door te acteren dat Gerard een helderziende is, probeert hij informatie over Herman te ontfutselen. Hij komt te weten dat Christine eerst kapster was, maar hier mee stopte toen ze met Johan trouwde. Om geld te verdienen begon ze weer met kappen en kocht samen met Hilda (een vriendin) het huis. Hilda verdwijnt al snel uit beeld en Christine blijft alleen in het huis wonen. Christine laat in het midden wanneer ze iets met Herman kreeg, maar vertelt wel dat het tussen hen niet helemaal lekker loopt omdat hij 'nogal woest' is en naar Christines zin te snel klaarkomt. Samen verzinnen ze het plan dat Christine hem meeneemt uit Düsseldorf om hem jaloers te maken met Gerard.

De volgende dag vertrekt Christine naar Düsseldorf. Gerard reist mee tot aan het station en gaat daarna de stad in. Bij de cinema spreekt hij een jongen aan, Laurens. Hij neemt hem mee naar het huis van Christine waar ze seks hebben. Laurens ziet de foto van Herman en vraagt of dat zijn vriend is. Gerard zegt van wel: samen met zijn tweelingzus Christine hebben ze een driehoeksverhouding. Laurens vertrekt nog diezelfde avond, waarna Gerard een kistje openmaakt dat op Christines slaapkamer staat. Hier zitten allerlei persoonlijke documenten in en het blijkt dat Christine drie geliefden heeft gehad die allen op jonge leeftijd zijn overleden. Allereerst Gerard Verdonk, een soldaat waarmee ze een verhouding had maar niet mee was getrouwd. Ten tweede Johan Overdijk, de eerste man waarmee ze trouwde. En ten derde Gerrit Lunderts, ook hiermee was ze getrouwd. Gerard raakt opeens in paniek door het feit dat Christine mannen in een rap tempo lijkt te slijten. Hij laat een briefje achter en neemt de benen.  

In het laatste hoofdstuk spreekt Gerard weer direct tegen Ronald. Hij vertelt hem hoe het is afgelopen: hij heeft Christine nooit meer gezien. Wel heeft hij vernomen dat Herman, toen hij Christine bezocht, een auto-ongeluk heeft gekregen waarbij hij een deel van zijn gezicht is verloren, waaronder zijn oog. Dit koppelt hij zelf terug op de droom die hij heeft gehad, over de knipogende man.

Samenvatting van: De vierde man door Gerard Reve (Zeker Weten Goed boekverslag) | Scholieren.com

3 De Verdieping

3.1 Compositie en tijdsverloop
Het boek bestaat uit 11 hoofdstukken. In het eerste en het laatste hoofdstuk spreekt Gerard direct tot Ronald. De tussenliggende hoofdstukken bevatten het verhaal over Christine dat Gerard aan Ronald vertelt. Hij vertelt dit verhaal in chronologische volgorde, maar omdat dit dus eigenlijk een flashback is, is het verhaal in het geheel niet-chronologisch. Ook bevat het verhaal flashbacks en vooruitwijzingen. Verder is er sprake van tijdvertraging, aangezien de vrijdag- en zaterdagavonden heel uitgebreid worden besproken. Het verhaal bevat geen proloog of epiloog en het boek heeft een gesloten einde. Gerard en Ronald praten aan het einde nog even na over het verhaal.

Het is een raamvertelling, het verhaal begint en eindigt bij dezelfde tijd, mensen en situatie. Eerst verteld Gerard een inleiding (waarom hij iets gaat vertellen) en dan en conclusie. Tijdens het lezen stapelen de raadsels zich op en aan het einde bij de conclusie is alles ineens heel logisch en begrijp je bepaalde gedachten van de hoofdpersoon beter.

Wanneer het eigenlijke verhaal (de samenkomst van Gerard en Ronald dus) zicht afspeelt, is onduidelijk, maar waarschijnlijk ergens eind jaren '70, net voordat het boek is gepubliceerd. Het verhaal dat Gerard vertelt over Christine en Herman, speelt zich in de jaren '60 af. Het is al een aantal jaar later wanneer Gerard het verhaal aan Ronald vertelt, want hij zegt: "'Wist je dat ik, jaren en jaren geleden - ' Ik stokte even, en gevoelde een aarzeling om verder te gaan." (p. 7) Dat het verhaal zich in de jaren '60 afspeelt merk je ook aan uitspraken als: "Was het trouwens niet een meisje, een slank meisje met een pantalon aan, zoals meisjes en vrouwen zonder natuurlijk schaamtegevoel die toen reeds brutaalweg begonnen te dragen...?" (p. 103) Hier lees je dat de emancipatie van de vrouw in volle gang is.
De vertelde tijd van het eerste en het laatste hoofdstuk is een paar uur. De vertelde tijd van het ‘middenstuk’ van het boek is acht dagen.

Het verhaal heeft een open einde. Je weet niet hoe Christine aan al het geld komt en het grote huis. Wel weet je dat ze een levensverzekering uitgekeerd heeft gekregen. Verder heb je ook geen idee wat er met de andere personages in het boek gebeurd is.

3.2 Ruimte
De exacte plaats- en tijdaanduidingen zijn gecensureerd. Zo spreekt de ik-figuur over 196* en de grote stad A. Toch is dit voor de lezer bruikbare informatie, het spreekt redelijk voor zich dat de grote stad A. Amsterdam (de woonplaats van de schrijver) is. Hoogstwaarschijnlijk wordt met de havenstad V. Vlaardingen bedoeld.

Qua ruimte is vooral het huis van Christine een belangrijke locatie. Dit is een groot huis waar de rijkdom vanaf straalt. Het huis wordt uitvoerig beschreven:

"We stopten bij een groot, alleenstaand huis in een vermoedelijk nog deftige straat van negentiende-eeuwse welstand. Neen, het was een geheel van eigenlijk drie huizen: een groot, vierkant fin-de-siècle huis links, en twee lagere gebouwen ter rechter zijde daar tegenaan. Beide van die lagere panden hadden een etalageraam." (p. 22)

3.3 De wijze van vertellen
Het verhaal wordt verteld vanuit een ik-perspectief. De 'ik' is in dit geval Gerard Reve.
Dit is niet een erg betrouwbaar perspectief, aangezien je het verhaal alleen vanaf Gerards perspectief te horen krijgt. De gedachte van Christine kom je als lezer bijvoorbeeld niet te weten.

3.4 Thema
Liefdesrelatie/ onbereikbare liefde:
Er is sprake van verschillende liefdesrelaties (tussen Christine en Gerard, tussen Christine en Herman, tussen Gerard en Laurens en in zekere zin tussen Gerard en Herman, alhoewel dit alleen vanuit Gerards kant komt) en deze bepalen de thematiek van het verhaal. In de relatie tussen Christine en Gerard blijft in eerste instantie onduidelijk wat beide partijen precies zoeken in de relatie. Gerards gedachten zijn nogal wisselvallig. Het ene moment ziet hij hen samen eindigen (waarbij hij er dan een minnaar op na houdt) en het andere moment niet. In zekere zin is dit ook een onbereikbare liefde, omdat Gerard gewoon niet op die manier van een vrouw kan houden zoals hij dat bij een man doet. Maar de echte onbereikbare liefde speelt zich af tussen Gerard en Herman. Gerard is al verliefd op hem wanneer hij enkel een foto ziet en het is eigenlijk meteen al zeer onwaarschijnlijk dat dit ooit op een relatie zal uitlopen. Ten eerste woont Herman in Düsseldorf en is hij niet op de hoogte van het bestaan van Gerard, ten tweede heeft Herman een relatie met Christine en ten derde zijn er geen redenen om aan te nemen dat Herman homoseksueel is.

3.5 Personages
Gerard Reve: drankzuchtig, homo, gierig, schrijver van beroep, een jaar of 45.
De naam van de hoofdpersoon is gelijk aan de naam van de schrijver. Gerard is een alleenstaande man die in Amsterdam woont. Hij is schrijver en geeft lezingen. Hij is erg zoekende naar hoe hij zijn leven moet invullen, zo ziet hij zichzelf het ene moment bij Christine inwonen, het andere moment overweegt hij of hij toch niet beter met Laurens kan trouwen. Door het hele verhaal heeft Gerard een pessimistische levensvisie. Hij is een round-character. In het boek kom je steeds meer over hem te weten door nachtmerries, dromen en wrede fantasieën.
Christine Overdijk: jonge aantrekkelijke weduwe, kapster.
Christine is de penningmeesters van het literaire genootschap in Vlaardingen waar Gerard een lezing geeft. Ze woont alleen in een groot huis en nodigt Gerard uit wanneer hij geen slaapplaats blijkt te hebben. Ze heeft een relatie met Herman, maar gaat toch naar bed met Gerard. Wanneer blijkt dat ze al zo veel mannen heeft versleten, verandert Christine in Gerards ogen in een soort heks en wordt hij bang voor haar. Of zij haar mannen heeft vermoord of dat het daadwerkelijk om toeval gaat, blijft onduidelijk. Over haar karakter kom je in het boek niet veel te weten.
De jongen uit de kamperfoeliestraat: een steeds terugkerend personage die staat voor ‘de droomjongen.’ Gerard flirt met hem.
Laurens: Een homofiele jongen die Gerard mee naar huis neemt. Een lieve jongen, blond, kan goed zingen, nieuwsgierig. Eén keer samen met Gerard geslapen.
Herman: ook een droomjongen, drinkt vaak teveel, knap.
Herman is de vriend van Christine. Zijn personage treedt nergens echt op in het verhaal, maar toch speelt hij een belangrijke rol in het verhaal. Na het zien van zijn foto is Gerard direct verliefd op hem en dat is ook de reden waarom hij daarna nog in contact wil blijven met Christine. In het hoofd van Gerard ontstaat een driehoeksverhouding die er in werkelijkheid niet is.
Ronald: een man met een getinte huid. Hij is opvliegend, snel op de kast te krijgen. Hij is degene die het verhaal van Gerard aanhoort.

3.6 Titel, ondertitel en motto
Titelverklaring: ‘de vierde man’

Gerard stelt op een bepaald moment het volgende:

"Elk belangrijk gegeven in het leven was volgens mij een vierkant, althans een rechthoek, of althans viervoudig. Wie zaten er in de vier hoeken? In de ene hoek: Christine. In de andere: ik. In de derde hoek: Herman. Maar wie of wat zat er in de vierde hoek? Niemand... Zie je, en daarom klopte er niets van... In het midden van het vierkant zat de Dood, allicht, maar die zat altijd in het midden, van ieder vierkant, dat was niks bijzonders. Maar wat was een vierkant met één lege hoek? Onzin..." (p. 96)

Gerard is zich hier nog niet bewust van alle mannen die Christine al heeft versleten, daar komt hij dan pas achter. In invulling van de vier hoeken wordt anders wanneer hij de documenten in het kistje vindt:

"Ziezo... Het begon mij nu echt vreemd te moede te worden. Drie doden, dat kwam voor, dat was misschien niets bijzonders... Er stierven zoveel mensen... Wie kon dat allemaal bijhouden...? Geen mens... Maar waarom waren ze verstopt, deze drie, bijgezet in een kistje, dat... toch wel erg veel weg had van een heel ander soort kist..." (p. 127)

Ook in het versje dat de oude man in de droom van Gerard opzegt, komt het gegeven 'de vierde' terug:

"Tierelierelier...

Wie is nummer vier...?"

Dit lijkt te zinspelen op dat Gerard zelf ook wel eens de vierde man zou kunnen worden. Wanneer hij dit beseft slaat hij op de vlucht. Uiteindelijk wordt Herman dus de vierde man, hij overlijdt dan wel niet maar raakt wel zijn oog kwijt.

Motto: Het boek heeft geen motto.

Het boek bevat wel een opdracht: ‘Voor Perkin Walker’.

3.7 Motieven
Homoseksualiteit:  
In het begin van het boek lijkt het erop dat hij een liefdesrelatie gaat beschrijven tussen hem en een vrouw Christine. Halverwege het boek blijkt de liefde voor de man belangrijker als hij verliefd wordt op een man die hij alleen van een foto kent (Herman).

Angst voor de dood:
De minnaars van Christine sterven snel achter elkaar. Misschien is Christine wel een femme fatale die haar minnaars op geheimzinnige manier de dood injaagt.

Dromen:
Dromen en visioenen zijn een motief in dit verhaal: De eerste nacht die Gerard met Christine doorbrengt heeft hij een droom die achteraf gezien voorspellend geïnterpreteerd kan worden. Bovendien heeft Gerard een visioen wanneer hij naar de foto van Herman kijkt.

Getal vier:
Dit getal komt erg vaak voor in het boek en zelfs in de titel.
- De droom van de man die zingt: ‘tierenlier wie is nummer vier?’
- Zijn kijk op het leven waarbij alles viervoudig is en dat één hoek niet opgevuld is en dat er daarom volgens hem iets niet klopt.
- De drie brieven en foto’s van dode ex-mannen/minnaars van Christine in het kistje, waarbij de foto van herman het eigenlijk ook vier maakt.
- Herman is ‘de vierde man’ omdat hij de vierde lover van Christine is die een zwaar ongeluk krijgt.

3.8 Schrijfstijl
Het taalgebruik is erg ouderwets en Reve gebruikt veel ingewikkelde, ouderwetse woorden, neologismen en langdradige zinnen vol zelfspot. Deze ouderwetse formuleringen worden echter wel afgewisseld met moderne fonetische spelling.

Het boek riep ten tijde van de publicatie veel controverse op, vooral vanwege de expliciete homoseksuele inhoud. Inmiddels is men een stuk toleranter wat dat betreft.

Reve wordt (samen met Mulisch, Hermans, Wolkers en Claus) tot de Grote Vijf gerekend van de Nederlandse literatuur en wordt tegenwoordig juist gewaardeerd om zijn ietwat vreemde en cynische stijl.

3.9 Schrijver en literatuurgeschiedenis
In het begin van zijn schrijverschap koos Gerard Reve vooral voor de traditionele verhaalvorm. Later ontwikkeld hij nieuwe vormen zoals de brief en de raamvertelling. Deze vormen gebruikt hij om zijn herinneringen plaats te geven. Dit geeft een autobiografisch randje aan het verhaal.

Het boek behoort tot de moderne Nederlandse literatuur en is gebaseerd op het realisme.

Kenmerken van postmodernisme
- Schrijver en personage zijn niet streng gescheiden, je zou kunnen stellen dat de Gerard in het verhaal overeenkomt met de schrijver. (Ze hebben zelfs dezelfde naam.)
- Centraal staat hoe je over iets kunt schrijven en wat het teweeg brengt als je erover schrijft. In dit geval de homoseksualiteit die heel expliciet beschreven werd. Leverde veel controverse op na publicatie.
- Onderscheid tussen fictie en non-fictie klein. --> groot gedeelte lijkt autobiografisch te zijn.
- Romans vaak niet chronologisch verteld --> het hele middenstuk over Christine is een flashback. 

3.10 Belangrijkste open plek in het verhaal
De dromen van Gerard zijn open plekken in het verhaal. Op het eerste gezicht is er namelijk geen touw aan vast te knopen.
De belangrijkste open plek in het verhaal is aan het einde: is Christine een heks, moordenares of onschuldig?

4 Keuzeopdracht
(Schrijf een e-mail aan de hoofdpersoon)

Beste Gerard,

Deze mail stuur ik u, omdat ik erg onder de indruk ben van wat u mee heeft gemaakt en hoe u dit zo goed onder woorden heeft kunnen brengen. Allereerst dacht ik dat u aan het vertellen was over uw liefdesrelatie met Christine, maar al snel bleek dat uw homoseksuele gevoelens eigenlijk de boventoon voerde. Was u zichzelf daar al bewust van tijdens uw ‘relatie’ met Christine of heeft deze relatie u dit juist doen beseffen? Aan het einde van het verhaal komt u erachter dat Christine meerdere minnaars heeft gehad en dat zij alle drie op sporadische wijze verdwenen zijn. In hoeverre denkt u dat Christine deze mannen vermoord heeft? Het lijkt me namelijk nogal heftig om te beseffen dat Christine wellicht niet de persoon in die u dacht dat ze was. Het moet dan ook een moeilijke beslissing zijn geweest om dit verhaal te delen met anderen. Heeft u hier lang over na moeten denken? Ik wil in ieder geval even benadrukken dat het de goede keuze is geweest. En op de vraag of het wel een verhaal genoemd kan worden, zeg ik volmondig ja. Ook al laat u zelf al merken in uw gesprek met Ronald dat u niet zeker weet of het wel een verhaal genoemd mag worden. U mag er zeker trots op zijn!

Groetjes, Melissa

5 Literaire vormen
Dit boek behoort tot het hoofdgenre: verhalende proza

Mening/ beleving
Ik vond het boek matig om te lezen. Het thema sprak me niet heel erg aan en de manier waarop homoseksualiteit besproken werd, was erg expliciet. De twist in het verhaal (wanneer Gerard zijn homoseksuele gevoelens ging beschrijven, terwijl het er in eerste instantie op leek dat het verhaal ging om zijn liefdesrelatie met Christine) was wel interessant. De manier waarop het boek geschreven is, las niet erg fijn. Het taalgebruik was erg gedateerd en daardoor is de leeservaring helaas minder. De opbouw van het verhaal zorgde er wel voor dat het spannend was. Het laatste hoofdstuk verbaasde me dan ook, aangezien er conclusies werden getrokken die ik zelf nog niet had getrokken. Het eerste hoofdstuk daarentegen was erg lastig te begrijpen, omdat er dingen besproken werden, die ik nog niet begreep. Zo heb je aan het begin van het verhaal namelijk helemaal geen idee wie Ronald is en wie de hoofdpersoon is. Dit maakt het lezen toch wel lastiger. Wat ik geleerd heb van dit boek is dat sommige mensen er rare gedachten op na houden.

Bronnen
De vierde man door Gerard Reve (Zeker Weten Goed boekverslag) | Scholieren.com
Gerard Reve, "De vierde man" | Wim Pelgrim
Gerard Reve | Literatuurgeschiedenis
Boekverslag Nederlands De vierde man door Gerard Reve | Scholieren.com
ZoekBoekverslag.nl: Gerard Reve: De Vierde Man