Karel ende Elegast (samenvatting)

Karel ende Elegast waargebeurd verhaal à in die tijd heel belangrijk om duidelijk te maken dat het een waargebeurd was.

‘’Luister maar’’  Niet gemaakt om op te schijven, maar om te vertellen.

Begin verhaal god wordt genoemd, god was heel belangrijk in de Middeleeuwen.

Er worden veel kruisjes geslagen in dit verhaal.

3 is een heilig getal. De engel heeft 3 keer tot Karel geroepen, dat hij zou moeten gaan stelen. Dit wilde hij niet. Hij vindt het beschamend/ een schande om uit stelen te gaan, want hij is rijk (een keizer), hij heeft alles wat zijn hartje begeerd.
Uiteindelijk weet god hem te overtuigen en gaat hij toch uit stelen.

Als hij gaat stelen, zijn alle deuren voor hem geopend. Iedereen is in slaap ‘’zoals god dat wilde’’.

Op de bonnefooi à Een onzeker leven, van het ene op het andere moment.

Vandaag de dag twijfel over: of iedereen in slaap was en of alle deuren open waren, aangezien ze eerst vergrendeld waren.

Karel heeft het land van Elegast afgenomen en daar heeft hij nu spijt van. Karel wilt vanaf nu en zolang hij leeft, niemand meer zijn land afnemen. Of iemand door een kleine gebeurtenis onthoofden. (Dit bedenkt hij zich door de ervaring die hij heeft als hij zelf uit stelen gaat.)
Karel krijgt steeds meer respect voor Elegast. Hij hoopt hem tegen te komen.

Listig à schuw, slim (Elegast is Listig)

Elegast: Land afgepakt door Karel. Hij is listig. Om rond te komen moet hij stelen, maar hij steelt niet van arme mensen (hoofs).

Karel gaat het bos in en hoopt dat hij Elegast tegenkomt. (dit gebeurt, maar hij denkt eerst dat Elegast een ridder/duivel was)

Karel komt iemand tegen, die helemaal in het zwart is gekleed, zwarte wapens en een zwart paard. Karel dacht dat het de duivel was. (zwart was de kleur van de duivel) Karel wil ‘’de duivel/ridder’’ ontmoeten, omdat hij passeert zonder te groeten. (‘’de duivel/ridder’’ is eigenlijk Elegast)

Karel stelde veel vragen aan Elegast, maar Elegast wilde liever vechten dan Karel’s vragen beantwoorden.
Gevecht 1 op 1 à hoofs.

Elegast verloor zijn zwaard. Koning (Karel) vond het oneervol om iemand te slaan (met zwaard) die meer terug kon vechten. Dus hij wacht totdat ze het gevecht eerlijk kunnen hervatten. (voorbeeld van hoofsheid)

Karel en Elegast willen van elkaar weten wie ze zijn.
Elegast verteld Karel wie hij is.
Karel verteld Elegast, dat hij (Karel) moest gaan bestelen.
Karel moet noodgedwongen liegen: ‘’Ik heet Adelbrecht, ik steel van iedereen (arm of rijk), zo houd ik mezelf in leven.’’
Dit doet hij om het vertrouwen van Elegast te winnen, Karel heeft hem nodig om samen te stelen.

Karel zegt dat hij zichzelf wil gaan bestelen (Elegast weet niet dat hij de koning is, hij denkt dat hij te maken heeft met Adelbrecht), samen met Elegast. Elegast wil niet bij de Koning stelen. Elegast wil de koning als goede vriend blijven behandelen. Hij toont super veel respect voor de koning, ondanks dat de Koning hem heeft aangedaan. (hoofs)

Ergens anders samen stelen. à Het kasteel van Eggeric van Eggemonde.
Karel dacht dat als hij daar betrapt werd, dat ze hem niet zouden ‘’doden’’.

Eggeric van Eggermonde à is getrouwd met de zuster van de koningin.
Ze hakte een gat in de muur. Elegast wilde niet dat de koning naar binnen ging, Adelbrecht leek hem geen goede dief, maar Elegast wilde de buit toch met hem delen.

Elegast hoorde van dieren dat de koning in de buurt was. (Door magisch kruid wat hij in zijn mond moest stoppen). Elegast was daardoor ongerust. Toverkracht, iedereen in slaap en sloten open. Makkelijk buit naar buiten halen.

Schoonbroer van Karel (Eggeric) wil Karel vermoorden. Dit vertelde hij aan zijn vrouw (de zus van Karel). Zijn vrouw verzette zich hiertegen, daarom sloeg Eggeric haar in haar gezicht, en ving har bloed met zijn handen op. Dit gesprek heeft Elegast gehoord toen hij in het kasteel was.
Elegast wil hierdoor Eggeric vermoorden, zodat Eggeric niet Karel zou vermoorden.

In Karelromans niet zo aardig voor vrouwen.

De koning dacht, dit is mijn vriend (Elegast).
Karel verteld Elegast dat hij de volgende dag naar de koning moest gaan om met hem te praten. Dit wil Elegast niet, want zegt hij ‘’de koning is nog boos op mij, omdat ik eerder eens zoveel van hem heb gestolen.’’

De koning vroeg zijn ridders om hulp, aangezien zijn dood gezworen was door Eggeric.
(Koning zou middenin gaan staan, bewapend. Ridders eromheen, voor bescherming)

2 kamp eigenlijk van arthurromans.

Elegast werd gevraagd om het in een 2 kamp op te nemen tegen Eggeric op te nemen. Als hij dit deed zou de koning een belangrijk man van hem maken. Elegast deed dit daarom ook.

Voor Eggeric was een 2 kamp beter dan onthoofding.

Als de strijd goed zou verlopen en Elegast in leven bleef, zou de koning, zijn zus (eerder vrouw van Eggeric) de vrouw van Elegast maken.

Elegast bat god en sloeg een kruis, vroeg god om de strijd te bepalen. Eggeric was woest en bad niet tot god (niet goed)

Elegast wilde een eerlijke strijd (hoofs). De koning bat: ‘’ Ik wil dat u een einde maakt aan deze oneindige strijd.

Kort hiernaar sloeg Elegast Eggeric zo hard, dat het hoofd van Eggeric er voor een groot gedeelte af was. Dit einde van de strijd bewees voor de koning dat god bestond en dat als je luisterde naar god, dat dan alles goed komt.

Kort hierna werd Eggeric alsnog opgehangen (gek, want zijn hoofd was er al af)

Moraal van het verhaal à luister naar god, dan komt alles goed.



Schrijver van dit verhaal is anoniem.

%MCEPASTEBIN%

Maak jouw eigen website met JouwWeb